I&O zetelpeiling: PvdA/GL en VVD virtueel aan kop

In de I&O Research-zetelpeiling van juli 2023 doet de gezamenlijke lijst van PvdA en GroenLinks in een klap mee om de macht. De combinatie haalt 28 virtuele zetels, 5 meer dan de twee partijen vorige maand bij elkaar opgeteld haalden. Ook de VVD stijgt (+3) en komt op 25 zetels uit. De BBB levert zeven zetels in en komt op 21 zetels.
20 juli 2023 | Peter Kanne & Maartje van de Koppel

Met de gezamenlijke lijst van PvdA en GroenLinks doet deze ‘nieuwe partij’ in een klap mee om de macht. Voor het eerst legden we PvdA/GroenLinks als één lijst voor. De combinatie haalt 28 virtuele zetels, 5 meer dan de twee partijen vorige maand bij elkaar opgeteld haalden.
Ook de VVD – met hoogstwaarschijnlijk Dilan Yesilgöz als lijsttrekker – krijgt er drie zetels bij en stijgt naar 25. Het verschil tussen PvdA/GL en VVD is niet significant. De BoerBurgerBeweging (BBB) levert zeven zetels in en komt op 21 zetels.

Naast de VVD en PvdA/GroenLinks zit ook de PVV in de lift (+3, komt op 15 zetels). JA21 is naast de BBB de enige partij die een (lichte) daling doormaakt. De partij komt nu uit op zes virtuele zetels. Dat zijn er twee minder dan in juni, maar drie meer dan de partij in maart 2021 haalde.

Dynamiek: nieuw links machtsblok, Yesilgöz en meer aandacht voor immigratie

De verschuivingen zijn het gevolg van een aantal electorale ontwikkelingen:

  • Samengaan van PvdA en GroenLinks. Linkse kiezers vallen voor het linkse (machts)blok dat kan ontstaan. Ze willen eindelijk weer eens mee doen om de macht. Klimaatverandering is het op één na belangrijkste thema voor kiezers en dit – ook armoedebestrijding en wonen worden belangrijk gevonden – geeft PvdA/GL een goede uitgangspositie. Vooralsnog groeit de linkse combinatie zonder dat de lijsttrekker bekend is –Ahmed Aboutaleb, Frans Timmermans en Jesse Klaver[1] zijn ongeveer even acceptabel als leider, al gooit Aboutaleb de hoogste ogen als premierskandidaat. Marjolein Moorman is nog vrij onbekend (bekend bij 19%), maar degenen die haar kennen zien haar als een potentiële premier. Ze zou de new girl on the block kunnen worden.
  • Dilan Yesilgöz valt zeer goed bij de VVD-achterban. Bijna alle VVD-stemmers vinden haar aantrekkelijk als lijsttrekker. De helft van de kiezers die haar kennen (75% kent haar) ziet haar als ‘betrouwbare premier’. ‘Dilan als eerste vrouwelijke MP’, licht een voormalig CDA-kiezer zijn switch naar de VVD toe en een ex-PVV-stemmer zegt: ‘De persoon Dilan Yesilgöz. Ze weet van aanpakken.’ Substantiële delen van de JA21- en BBB-achterban (die VVD nu al mede overwegen) overwegen vanwege Yesilgöz over te stappen naar de VVD.
  • Immigratie/asiel is – met 36% – het belangrijkste onderwerp. Dat is beduidend meer dan in maart 2021, toen dat nog maar voor 15% gold en het het zevende thema in rangorde was. Vooral kiezers van PVV, JA21, FvD en VVD vinden dit een belangrijk onderwerp. Rechtse kiezers scharen zich achter het standpunt van Rutte en Yesilgöz over het beperken van de gezinshereniging, waarvoor met name de VVD nu wordt beloond.
  • Het verlies van de BBB is te verklaren uit het lagere belang dat nu wordt toegekend aan landbouw, natuur en stikstof en het ‘momentum’ van het thema immigratie en asiel. De BBB moet het hebben van die eerste onderwerpen, als het politieke discours meer over asiel en immigratie gaat (zo zagen we ook al eerder) profiteren VVD en PVV. (Eerder ook JA21, deze keer niet). Sommige voormalige BBB-stemmers vinden de BBB niet streng of duidelijk genoeg op asiel en migratie.

[1] Ondertussen geen kandidaat meer.

Potentie Partij Pieter Omtzigt: 46 zetels

Als Pieter Omtzigt met een eigen partij mee gaat doen, zou 29 procent van de kiezers voor hem kiezen: virtueel 46 zetels. Vooral BBB, SP, JA21 en PVV verliezen dan veel kiezers, maar ook CDA, ChristenUnie, PvdA/GL[1], VVD, D66 en Volt zouden daar niet ongeschonden uit komen. Mocht Omtzigt terugkeren naar het CDA, dan krijgt het CDA 11 procent van de stemmen (17 zetels). Dat is beduidend minder dan een zelfstandige Partij Omtzigt (46 zetels), maar twee keer meer dan het CDA zou halen zonder Omtzigt (5 zetels). (Niet in de figuur, zie paragraaf 2.4 van het volledige rapport).


[1] Voormalig PvdA-kiezers stappen dan vaker over dan GL-kiezers.

Profiel van kiezersgroepen

Leeftijd
PvdA/GroenLinks heeft de jongste kiezers, Omtzigt en CDA trekken relatief oude kiezers.  

Sociaaleconomisch
De kiezers van D66 zijn het hoogst opgeleid en hebben de hoogste inkomens, gevolgd door die van de VVD. Bij deze partijen zien we ook relatief veel ondernemers en zzp’ers en weinig arbeidsongeschikten of bijstandsgerechtigden. De laagste welstandsklassen vinden we bij PVV en BBB: relatief veel lager en middelbaar opgeleiden en lagere inkomens. Omtzigt trekt meer middelbare inkomens en lager en middelbaar opgeleiden. PvdA/GroenLinks trekt relatief hoog opgeleide kiezers (54%), maar naar inkomen laat het profiel van deze partij een gemiddeld beeld zien.

Regio
D66 trekt veel kiezers in de grote steden, de VVD met name in de westelijke provincies. PVV doet het goed in het zuiden (zowel Brabant als Limburg), terwijl BBB en Omtzigt populair zijn in het oosten (BBB ook in het noorden). PvdA/GroenLinks is (net als PvdD en D66) iets populairder in de stedelijke gebieden, maar over de landstreken is de verdeling gemiddeld te noemen. SGP, CDA, ChristenUnie en BBB zijn populairder in de landelijke gebieden. Voor de aanhang van Omtzigt zijn deze verschillen verwaarloosbaar.

Nadeel val kabinet: stilstand. Voordeel: het land stond toch al stil, misschien nu beweging

De helft (51%) van alle kiezers vindt het positief dat het kabinet is gevallen, één op vijf niet. Kiezers van oppositiepartijen zijn er beduidend blijer mee dan kiezers van coalitiepartijen ChristenUnie, VVD, CDA, en D66.

Degenen die positief tegenover de kabinetsval staan vinden dat Rutte IV vanaf het begin ‘genoemd was te mislukken’. Zij vinden dat het kabinet niet in staat was om grote problemen in het land op te lossen, op dossiers zoals klimaat, wonen, gaswinning in Groningen en de Toeslagenaffaire, of zelfs vooral problemen heeft veroorzaakt.

Nederlanders die negatief tegen de kabinetsval aankijken noemen óók die grote problemen, maar vinden het jammer dat deze niet meer (snel) aangepakt kunnen worden nu het kabinet demissionair wordt en ‘het beleid tot stilstand komt’. Anderen vinden de val ongeloofwaardig en politiek gemotiveerd.

VVD verantwoordelijk
Op de vraag wie verantwoordelijk is of zijn voor de val van het kabinet wijst 37 procent naar de VVD. Een bijna net zo groot aandeel (33%) houdt echter alle vier de coalitiepartijen evenveel verantwoordelijk. De helft van alle Nederlanders vindt dat de VVD, met het laten vallen van het kabinet het partijbelang boven het landsbelang heeft gesteld. Eén op de vijf is het hier niet mee oneens.

Voor de ChristenUnie is de Nederlandse kiezers iets milder. Een derde vindt dat deze partij het partijbelang boven het landsbelang stelde. 

Weinig vertrouwen dat nieuw kabinet de problemen gaat oplossen

Slechts één op vijf zegt er vertrouwen in te hebben dat een nieuw kabinet de problemen in het land zal oplossen, een derde heeft dat niet. De scepsis bestaat van links tot rechts, maar het meest onder FvD- en PvdD-kiezers. En ook kiezers van de (voormalig) coalitiepartijen zijn niet bijster optimistisch.

Zorgen om klimaat stikstof, asiel en immigratie
Aan degenen er geen vertrouwen in hebben dat een nieuw kabinet de problemen in het land gaat oplossen vroegen we waar men zich met name zorgen om maakt. Dan wordt de klimaat- en de stikstofproblematiek als eerste spontaan genoemd, gevolgd door asiel  en migratie, gezondheidszorg, armoede, onderwijs en de polarisatie.

Het volledige rapport

Klik hier om het volledige rapport te lezen (opent in een ander tabblad).

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 tot en met maandag 17 juli 2023. In totaal werkten 2.736 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. Er is geen opdrachtgever.

Het grootste deel van de steekproef (n=2.533) is afkomstig het I&O Research Panel, 203 respondenten deden mee via PanelClix. De respondenten die via PanelClix deelnemen zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

afbeelding

Maartje van de Koppel

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.